Importheffing op zonnepanelen of niet: laat China en de EU eens polderen!
Als ze op “safe” spelen en de importheffing meenemen in de prijs, dan switchen klanten wellicht naar producenten van zonnepanelen uit de EU. Deze kunnen, door de dreiging van een mogelijke heffing, namelijk weer (of meer) concurrerend worden.
Kiezen de importeurs ervoor om hun klanten te behouden en berekenen ze de mogelijke heffingen niet door, dan kunnen ze op termijn met naheffingen worden geconfronteerd die wellicht niet voor ze op te hoesten zijn. Lastig…
De Europese industrie
De een zijn dood is de ander zijn brood. Als gezegd, biedt de mogelijke heffing bescherming (en wellicht zelf ook kansen) voor de EU-industrie. Dat is nu ook exact de reden waarom de Commissie actie neemt!
De redenering van de Commissie is als volgt: het vermeende dumpen en subsidiëren van zonnepanelen door Chinese leveranciers kunnen leiden tot verlies aan marktaandeel van de Europese producenten met negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid en de kennisindustrie in de EU.
Om de EU-industrie te beschermen zou volgens EU ProSun de invoerprijs van het product in de EU met 60 tot 70 procent moeten stijgen om de negatieve effecten van dumping weg te nemen. Om de gevolgen van subsidies, die door China aan Chinese bedrijven wordt verstrekt, te compenseren, zou de prijs ook nog eens met 10 tot 15 procent moeten worden verhoogd. Kortom, naar mening van EU ProSun, zullen de invoerprijzen (uitgedrukt in Incoterm 2010 CIF) van zonnepanelen afkomstig of geproduceerd in China met 70 tot 85 procent moeten stijgen om een ‘level playing field’ te creëren.
De Commissie committeert zich nog niet aan deze percentages, maar geeft wel aan dat zij over feitelijk bewijs beschikt dat er wel degelijke sprake is van dumping, subsidiëring en schade voor de EU-industrie.
Het is evident dat als de prijzen in de EU van panelen uit China en Europa in dezelfde bandbreedte zitten, dat dan de keuze voor een “made in Europe” zonnepaneel meer voor de hand ligt dan als het EU-paneel enkele tientallen procenten duurder is!
Consumenten en “2020”ambities
Maar was het niet zo dat de “boost” in Nederland in de installatie van zonnepanelen op daken nu mede te danken was aan de sommetjes van particulieren en bedrijven die klopten door goedkope zonnepanelen uit China? Wat zal het effect zijn voor de penetratie van PV als de zonnepanelen nu duurder worden? Mijn inschatting is dat consumenten en bedrijven de aanschaf van zonnepanelen nu uit- of zelfs afstellen als de terugverdientijd voor zonnepanelen op het dak langer wordt. Met alle gevolgen voor de “2020 – doelstellingen” van dien.
Europese producenten tegenover Europese importeurs
Een deel van de PV-industrie (niet zijnde de leden van EU ProSun) ziet het lijk al drijven, omdat consumenten en bedrijven door de mogelijke importheffingen mogelijk de hand op de knip houden als het gaat om de aanschaf van zonnepanelen.
De brancheorganisatie Afase – die in tegenstelling tot EU ProSun wel open is in wie haar leden/supporters zijn – is dan ook bezig met een campagne om de besluitvorming een andere kant op te laten gaan.
Afase ziet een groot aantal banen op de tocht komen te staan als de heffingen doorgaan; een zelfde argument overigens waar EU ProSun zich van bedient, maar dan als de heffing er juist niet komt! Klaarblijkelijk staan hier de Europese producenten van zonnepanelen tegenover de importeurs en de installateurs daarvan…
Chinese producenten: voor- en nadelen
Als de EU-importeurs van Chinese zonnepanelen minder zullen verkopen, zullen ook de producenten van die zonnepanelen nadeel ondervinden van de vraaguitval.
Alhoewel het kunnen dumpen van je producten doet vermoeden dat er een gezonde thuismarkt dan wel een financiële basis bestaat van waaruit kan worden gedumpt, logenstraft het recente faillissement van SunTech deze redenering. Het lijkt dus aannemelijk dat door een vraaguitval naar Chinese zonnepanelen de industrie aldaar het lastig(er) zal krijgen!
Echter het geld dat nodig was om te kunnen dumpen hoeft nu niet meer uitgegeven te worden, en dat is dan weer een voordeel.
Kortom, wie het weet wat het resultaat is van voorgaande plussen en minnen mag het zeggen!
“The empire strikes back”
Het zal u niet verbazen dat de Volksrepubliek China de handelswijze van de Commissie niet leuk vindt. Als reactie op de klacht van EU ProSun en mogelijke maatregelen van de EU, wordt in China onderzocht of er geen heffingen op producten vanuit de EU moeten komen, bijvoorbeeld een importheffing op wijn.
Dit verklaart mogelijk waarom de (nationaliteit van de) leden van EU ProSun niet makkelijk te achterhalen zijn; bang dat de Volksrepubliek wellicht Duitse auto’s, Franse wijn en Italiaanse pasta in de ban doet?
Overigens denk ik dat het een illusie is om te denken dat in Beijing men niet weet wie er in EU ProSun deelnemen, maar dat terzijde.
Ondertussen in Nederland
De Nederlandse regering is tegen de door de Commissie genomen voorlopige maatregelen. Dit is geheel in lijn met de traditie van Nederland om niet te geloven in handelsbarrières maar meer in een open economie.
Nederland zal vermoedelijk bezwaar blijven maken tegen de registratie en de daaruit volgende mogelijke importheffingen, en aandringen op een minnelijke regeling. Maar of dat effect heeft? Vooralsnog is het verzet van minister Kamp tegen deze maatregelen niet effectief (of enkel voor de bühne?)!
De vaststelling van een eventuele definitieve importheffing heeft echter altijd de instemming nodig van de Raad van Ministers, zodat het niet enkel het “feestje” van de Commissie is. De besluitvorming in deze Raad kent voldoende waarborgen om de belangen van elk der Lidstaten te bewaken.
Als er voldoende animo is bij andere Lidstaten om Nederland te steunen, kunnen de Commissie en EU ProSun dus alsnog een halt toe worden geroepen!
Conclusie: het is een dilemma
Mogelijke importheffingen kunnen een negatieve invloed hebben; niet alleen op de Europese arbeidsmarkt, maar ook op het behalen van de doelstellingen van de Europese “2020” agenda. Voorts loopt de EU het risico dat China terug zal slaan. De heffingen kunnen dus contraproductief zijn.
Aan de andere kant; als de Europese PV-industrie en de daarmee verbonden waardevolle(re?) R&D geen eerlijke kans krijgt, zijn misschien de gevolgen wel veel groter. In elk geval kan de trits aan faillissementen van Europese PV-producenten in de sector een halt worden toegeroepen.
Een dilemma is het in elk geval en de politici van de Lidstaten, de EU en China hebben niet voor het laatst gesproken over deze kwestie!
Mijn suggestie: ga polderen. Dit niet gesubsidieerde of gedumpte Nederlandse (export) product bij uitstek kan wellicht uitkomst bieden. Ik wens ze in elk geval veel wijsheid.
==============================================================
Juridisch kader klacht EU ProSun
EU ProSun diende in juli 2012 een klacht in bij de Europese Commissie. Onderwerp van de klacht was dat zogeheten kristallijn silicium zonnepanelen en onderdelen daarvan (te weten de wafers en zonnecellen)[1] in de EU rond de 40 procent[2] goedkoper zouden zijn dan dezelfde producten in China; kortom dat er sprake is van dumping. Daar bovenop stelt EU ProSun dat door de aan Chinese bedrijven verstrekte subsidies, de voor de EU bestemde zonnepanelen nog meer in prijs konden worden verlaagd. Bij subsidies moet je naast het voor de hand liggende geven van een geldbedrag ook denken aan het verstrekken door de overheid van leningen of exportkredieten tegen zeer gunstige voorwaarden.
Recent heeft de Europese Commissie op de klacht van EU ProSun een voorlopige maatregelgenomen. Deze bestaat daaruit dat vanaf 6 maart 2013 voor importen van zonnepanelen uit China een verplichting tot registratie bestaat. Afhankelijk van nader onderzoek van de Commissie kan door de Lidstaten besloten worden dat op de zonnepanelen daadwerkelijk een importheffing komt, eventueel zelfs met terugwerkende kracht tot het moment van registratie!
Daarnaast heeft EU ProSun Glass[3] begin maart 2013 een gelijkende klacht ingediend tegen leveranciers uit China van “solar glass” (het glas wat nodig is om zonnecellen mee te bedekken, hetgeen ik maar vertaal als “zonneglas”) en de Commissie heeft naar aanleiding van deze klacht besloten een nader onderzoek te starten. In deze blog zal ik niet op deze klacht ingaan, maar duidelijk is wel wie de Commissie op de korrel heeft!
Dumping en subsidiëring zijn overigens handelingen die op basis van Internationale Handelsverdragen zijn gereguleerd. Op zich is het dumpen en subsidiëren van zonnepanelen niet onrechtmatig, maar als er schade ontstaat voor de EU-industrie, dan kan de EU ingrijpen. De Europese Unie kan op basis van een tweetal verordeningen[4] ingrijpen indien de dumping of subsidiëring de EU-industrie benadeelt[5] Zie voor meer informatie de websites van de Rijksoverheid en de WTO.
Het onderzoek van de Commissie
De Commissie heeft de klacht van EU ProSun onderzocht en naar haar mening zijn er voldoende redenen om aan te nemen dat er sprake kan zijn van dumping en subsidiëring die de belangen van de EU-industrie schaadt. Een definitief onderzoek zal echter moeten uitwijzen of dit daadwerkelijk het geval is, wat de eventuele schade is en hoe deze dan gecompenseerd kan worden.
Een maatregel die Commissie op basis van de anti-dumping en anti-subsidieregulering mag opleggen – na instemming van de Raad van Ministers – is om Lidstaten te verordonneren om een importheffing op te leggen. Als de Commissie EU ProSun zou volgen, zou de importprijs van een zonnepaneel dus met 70 tot 85 procent kunnen toenemen!
Voorlopige maatregelen
De Europese Commissie heeft in elk geval besloten dat er voldoende bewijs was om enkele voorlopige maatregelen te nemen en vanaf 6 maart 2013 moeten dan ook alle in de EU geïmporteerde zonnepanelen (of delen daarvan), die door de verordening geraakt worden, (deze producten worden met een CN Code geïdentificeerd) geregistreerd worden bij de douane van elke Lidstaat.
De Commissie gaat als gezegd nog wel verder onderzoek doen of er daadwerkelijk sprake is van dumping en subsidiëring, wat het nadeel is voor de EU industrie, en wat de hoogte van de heffing moet zijn is om weer een “level playing field” te creëren.
De Commissie zal te zijner tijd (doch uiterlijk eind dit jaar) tot een definitief oordeel komen en dan wordt het duidelijk of zij voorstelt of er een definitieve heffing moet komen en wat de hoogte daarvan is (en dus wie het beste gelobbyd heeft). 2Let wel: de Lidstaten hebben wel het laatste woord of de heffing er ook daadwerkelijk komt.
De Commissie roept overigens alle geïnteresseerden op informatie te verstrekken, maar dan moet dit wel voor eind maart 2013 gebeuren!
Als de Commissie besluit dat er geen sprake van dumping of subsidiëring is, heeft de registratie natuurlijk geen effect. Als de Commissie (en met haar de Raad van Ministers) echter besluit dat dat er wel een heffing boven op de invoerprijs moet komen, dan kan dit zelfs met terugwerkende kracht kunnen geschieden vanaf 6 maart 2013! In overweging 16 van de verordening waarmee de voorlopige maatregelen worden opgelegd staat namelijk “… should the investigations result in findings leading to the imposition of anti-dumping and/or countervailing duties, those duties can, if the necessary conditions are fulfilled, be levied retroactively…”.
Overigens vallen de douaneheffingen direct toe aan de EU; wie heeft er dus het meeste baat bij een heffing?
Een discussie die nog gevoerd kan worden is of niet de “total cost of ownership” bepalend moet zijn voor de bepaling van wat nu de “prijs” van een product is. Als een Chinees paneel veel goedkoper is dan een Europese, maar ook minder lang mee gaat of een minder rendement heeft, dan is dat toch een rechtvaardiging voor een lagere prijs van die Chinese panelen? Kortom, je kunt je afvragen of er wel appelen met appelen worden vergeleken.
[1] In de rest van de blog haal ik de kristallijn silicium zonnepanelen en de wafers en zonnecellen aan als “zonnepanelen”.
[2] Overweging 2 van de in voetnoot 1 genoemde verordening betreffende dumping maakt melding van een gemiddelde dumping marge van 60 tot 70 procent. Deze marge wordt verkregen door i) de prijs op de thuismarkt van de producent te verminderen met ii) de de prijs van hetzelfde product in de EU en om dit saldo iii) te delen door de prijs van het product in de EU. Door het verschil tussen de prijs op de thuismarkt en de importprijs te delen door prijs op de thuismarkt ontstaat derhalve het in deze blog genoemde percentage van ongeveer 40 procent.
[3] EU Pro Sun Glass is een ad-hoc organsiatie van producenten van zonneglas (http://www.prosunglass.org).
[4] Respectievelijk de Verordening 1225/2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap en de Verordening 597/2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn.
[5] De Commissie neemt voor haar besluitvorming de volgende stappen: 1) vindt er dumping of overheidssubsidiëring plaats, 2) zo ja, lijdt een EU-bedrijfstak materiële schade of dreigt deze materiële schade te lijden, 3) zo ja, is er een oorzakelijk verband tussen de gedumpte of gesubsidieerde invoer en de schade aan de Europese industrie, 4) zo ja dan kunnen antidumping- of antisubsidiemaatregelen meetregelen worden genomen, waarbij de belangen van alle betrokkenen binnen de EU, waaronder de producenten, de invoerders, de gebruikers en de consumenten, moeten worden afgewogen.